Obama’s overwinningsspeech: twee zaken die opvallen

Je vindt de tekst en de video van Obama’s overwinningsspeech hier: http://www.guardian.co.uk/world/2012/nov/07/barack-obama-speech-full-text

De speech van Obama  is om kippenvel van te krijgen. De video is 20 minuten lang en zeer de moeite.

Er zijn twee passages die me opvielen. De eerste gaat over het verbinden van solidariteit en individualisme.

This country has more wealth than any nation, but that’s not what makes us rich. We have the most powerful military in history, but that’s not what makes us strong. Our university, our culture are all the envy of the world, but that’s not what keeps the world coming to our shores. What makes America exceptional are the bonds that hold together the most diverse nation on Earth, the belief that our destiny is shared, that this country only works when we accept certain obligations to one another and to future generations, so that the freedom which so many Americans have fought for and died for come with responsibilities as well as rights, and among those are love and charity and duty and patriotism. That’s what makes America great.

Eerder zegt Obama ook: “the belief that while each of us will pursue our own individual dreams, we are an American family, and we rise or fall together as one nation and as one people“. Het is dus duidelijk: ja, de VS zijn een land waar individualisme belangrijk is, waar elkeen zijn individuele dromen mag nastreven. Maar je bent geen eiland, geen atoom; als individu sta je in relatie met anderen. De VS zijn een uitzonderlijk land, maar dat werkt enkel als je aanvaardt dat je  ook verplichtingen hebt ten aanzien van anderen en de komende generaties, aldus Obama. Met dat laatste ongetwijfeld doelend op klimaatverandering dat later nog in de speech aan bod komt als zijnde de uitdagingen van de VS, samen met de overheidsschuld en ongelijkheid. En, minder uitgesproken, die verantwoordelijkheid naar anderen mag ook gezien worden vanuit een welbegrepen eigenbelang, want “we rise or fall together as one nation and as one people”.

En een tweede passage die mij opviel, gaat over the American dream:

 I believe we can keep the promise of our founding, the idea that if you’re willing to work hard, it doesn’t matter who you are or where you come from or what you look like or where you love. It doesn’t matter whether you’re black or white or Hispanic or Asian or Native American or young or old or rich or poor, abled, disabled, gay or straight. You can make it here in America if you’re willing to try.

Opvallend is dat hij niet zegt dat het nu al het geval is dat als je in America hard werkt, dat je het dan zeker maakt. Het zou ook niet corrrect om dat te zeggen, want de VS zijn al lang niet meer the land of the opportunity, ook al geloven veel Amerikanen dat zelf waarschijnlijk nog steeds. Om the American Dream te beleven moet je naar de Scandinavische landen kijken. Zie hieronder twee grafieken om dat te illustreren.

Bron: Paul De Grauwe in vox.eu

De eerste grafiek geeft de kans om in de laagste 20% inkomensklasse te blijven als je er geboren bent. In de VS is dat 40%, in Denemarken slechts 25%. De tweede grafiek geeft de kans om van de laagste inkomensklasse naar de hoogste inkomensklasse te gaan. In de VS is dit nauwelijks 8%, in Denemarken ruim 14%.

De sociale mobiliteit, de wetenschappelijke term voor the American Dream, is dus veel hoger (wat betreft inkomen) in de Scandinavische landen dan in de VS.

Een belangrijke verklaring is wellicht de grote ongelijkheid in de VS. De figuur hieronder komt uit een lezing van Alan Krueger, de hoofdeconoom van Obama (slidestekst). De horizontale as geeft de ongelijkheid, de verticale as geeft de sociale immobiliteit (hoe hoger, hoe immobieler). De figuur kreeg de naam ‘the Great Gatsby curve‘. Krueger concludeert: “[T]he persistence in the advantages and disadvantages of income passed from parents to the children is predicted to rise by about a quarter for the next generation as a result of the rise in inequality that the U.S. has seen in the last 25 years. It is hard to look at these figures and not be concerned that rising inequality is jeopardizing our tradition of equality of opportunity. The fortunes of one’s parents seem to matter increasingly in American society.” (eigen onderlijning)

Landen met een hoge inkomensongelijkheid, zoals de VS, blijken ook een lage sociale mobiliteit te kennen, en omgekeerd. De stimulans om hard te werken die inkomensongelijkheid ongetwijfeld geeft, wordt blijkbaar meer dan teniet gedaan door een gebrek aan kansen door diezelfde inkomensongelijkheid.

In de VS wordt er van nature meer gefocust op kansengelijkheid in plaats van inkomensongelijkheid, maar de vraag is of dat een beleid dat gericht is op kansengelijkheid effect kan hebben in de VS, zolang de inkomensongelijkheid zo hoog blijft. De bovenstaande figuur suggereert alvast dat kansengelijkheid enkel mogelijk is als er niet teveel inkomensongelijkheid is.

Voor België lijkt me dit juist omgekeerd: België kent reeds een lage ongelijkheid, ongeveer gelijk aan Denemarken. Maar België kent echter een vrij lage sociale mobiliteit, zeker als je vergelijkt met Denemarken en Finland. Met anderen woorden, in België moet er gefocust worden op gelijkheid van kansen, niet op gelijkheid van inkomen.

 

Leave a Reply

Your email will not be published. Name and Email fields are required.