Loonvorming op anciënniteit: de olifant in de kamer

België heeft een probleem met de activiteitsgraad van werknemers. Gemiddeld zijn er in België minder mensen aan de slag dan in vele andere landen. Dat probleem stelt zich niet zozeer voor de jongere en middelbare werknemers, maar wel voor de oudere: vanaf 50-55 jaar doen we het een pak slechter, ook al zijn de laatste jaren meer 50-plussers aan het werk gebleven.

Een belangrijke oorzaak van de lage werkzaamheidsgraad van oudere werknemers is de rol van anciënniteit in de loonvorming. In België stijgt het loon te veel automatisch met de leeftijd: hoe langer men ergens werkt, hoe meer loon men krijgt. Dat is in het begin natuurlijk logisch, omdat men ervaring opdoet, waardoor de productiviteit stijgt. Maar die productiviteitsstijging vlakt –gemiddeld gezien- af: als je ergens 15 jaar werkt, dan zal je het 16de jaar misschien wel nog ietsje beter worden, maar wellicht onvoldoende om de loonstijging te verantwoorden. Na 25 of 30 jaar al helemaal niet meer. Maar men blijft jaar na jaar meer kosten zonder dat je productiever wordt en uiteindelijk prijst de oudere werknemers zichzelf uit de markt.

De bijgaande figuur geeft voor België en zeven andere Europese landen het gemiddelde loon volgens leeftijdscategorie, relatief ten opzichte van het gemiddelde loon van een veertiger. Voor België blijkt dat het loon blijft stijgen naar mate de werknemers ouder worden. In deze selectie van landen is de Belgische vijftiger relatief gezien het beste verloond; een zestiger in België moet enkel de Franse zestiger laten voorgaan (maar in absolute termen ligt het loon van een Belgische zestiger nog steeds boven dat van een Franse zestiger).

loonvormingopanc

Behalve in België en Frankrijk vlakt de loonstijging af naarmate men ouder wordt; in Zweden en zeker in het Verenigd Koninkrijk daalt de verloning zelfs. Doordat de productiviteit van een gemiddelde werknemer vanaf een bepaalde leeftijd of anciënniteit niet blijft stijgen, sluit de loonevolutie in de zes andere landen beter aan bij de evolutie van de productiviteit.

Met andere woorden, de oudere Belgische en Franse werknemers worden te duur en prijzen zichzelf uit de markt. Een studie van de KULeuven uit 2012 bekeek dit specifiek voor België en concludeerde dat “de lagere productiviteit van oudere werknemers niet gecompenseerd wordt door lagere arbeidskosten, in tegendeel in sommige gevallen. We concluderen dat dit waarschijnlijk de vraag naar oudere werknemers doet dalen.”

Door de loonvorming op anciënniteit zijn er in België (en Frankrijk) dus minder oudere werknemers aan de slag, waardoor de uitgaven voor werkloosheid en (brug)pensioen hoger zijn. En dat leidt op zijn beurt tot hogere pensioenenuitgaven. Die uitgaven zijn goed voor ongeveer 10% van het BBP, niet extreem hoog in vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland, maar onze pensioenen die we kunnen uitkeren zijn wel relatief laag.

De link tussen loonvorming en anciënniteit moet dus doorbroken worden om onze pensioenen veilig te stellen. Het is een maatregel die niet in het eindrapport van de pensioencommissie staat. Niet omdat de pensioencommissie deze hervorming niet nodig achtte, maar omdat het een hervorming is van de arbeidsmarkt en dus niet onder de pensioenregels valt, ook al is de directe impact groot.

Als de loonvorming effectief hervormd wordt zodat deze beter aansluit bij de productiviteit, mag men er op korte en zelfs middellange termijn niet teveel van verwachten. Dit moet immers geleidelijk ingevoerd worden. Als dit te snel gebeurt, zullen oudere werknemers minder verdienen dan gepland, wat hun spaar- en pensioenplannen negatief kan beïnvloeden. En die spaarplannen kunnen niet zomaar bijgestuurd worden, omdat het verleden uiteraard belangrijk is. Geleidelijkheid in deze hervorming lijkt me dan ook aangewezen.

 

Deze column verscheen eerst in De Tijd. Erwin De Deyn, voorzitter van de BBTK (de bediendecentrale van het ABVV), schreef hierop een interessante en kritische reactie, ook in De Tijd. Die vindt u hier.

One thought on “Loonvorming op anciënniteit: de olifant in de kamer

  1. Permalink  ⋅ Reply

    Paul

    March 30, 2015 at 11:37am

    Sociale gelijkheid.
    Polen komen naar hier en nemen onze arbeidsplaatsen in.
    Al dan niet werkzaam voor Belgische firma’s of schijnfirma’s.
    Zij werken hoofdzakelijk in bouwsector, arbeidsplaatsen die vroeger ingenomen werden door Belgische jongeren die school moe waren of laaggeschoold.
    Zij die werken voor Belgische firma in de bouwsector kunnen dan ook nog gebruik maken van technische werkloosheid of dagen voor slecht weer, meestal ongeveer 3 maanden per jaar, trekken hiervoor stempelgeld en bijkomende vergoeding, kunnen tijdens deze periode ongestoord naar Polen gaan zonder enige controle en daar gedurende deze periode ook ongestoord werken.
    Bovendien betalen zij omzeggens geen belasting, zij trekken zelf grote sommen terug omdat zij zogezegd geld opsturen naar Polen voor vrouw en kinderen om deze te onderhouden en dit dan aftrekken in hun belastingaangifte.
    Zij spenderen hier in België geen geld in de economie, al het geld dat zij hier verdienen verdwijnt naar Polen(zie economische groei)wonen hier met 4 a 5 en soms meer samen in een huis en bovendien kunnen zij al het geld dat van hier komt in Polen sparen aan rendementen die heel wat hoger liggen.
    Andere komen hier dan werken tot zij voldoende dagen hebben met ook gebruik makend van de periode die zij in Polen hebben gewerkt om hier gebruik te maken van stempeluitkering die nog altijd beter is voor hen dan te werken en tijdens deze periode ook in Polen te verblijven, er is toch geen controle, die is alleen van toepassing voor Belgen.
    Dit noemt men sociale gerechtigheid, Belgen die hun ganse leven gewerkt hebben voor hun pensioen, hiervoor veel geld hebben afgedragen moeten nu het gelag betalen voor hen die ons systeem komen plunderen met als gevolg gepensioneerde Belgen, oudere werklozen maar ook jongeren die geen werk hebben omdat deze Polen de arbeidsplaatsen innemen moeten nu in armoede of op de rand van de armoede leven, wij Belgen mogen het gelag betalen.
    Dit noemt men sociale rechtvaardigheid.
    Men zou beter in plaats van al die bezuinigingen op sociale zekerheid paal en perk stellen aan de misbruiken van deze Polen en arbeiders uit andere Oostblok landen waarvoor België het paradijs is.
    Waarom mag een Pool het land verlaten als hij werkloos of technisch werkloos is toch zijn uitkering behouden om in Polen nog eens extra te verdienen.
    Waarom hebben zij belastingvoordeel op wat zij hier verdienen naar Polen wordt gezonden om zogezegd onderhoud voor vrouw en kinderen.
    Waarom kunnen zij hun geld op Poolse spaarboekjes plaatsen die meer rendement geven en hierop in België niets betalen en waarom moet een Belg op zijn zuurverdiende spaarcenten wel betalen en o we als hij een rekening in het buitenland heeft want dan mag hij dubbel betalen.
    Wie heeft hier uiteindelijk het voordeel van onze sociale zekerheid, de Belg die zijn ganse leven heeft bijgedragen of de Pool die naar hier komt om onze arbeidsplaatsen in te nemen, geen of bijna geen bijdragen betaald, zijn geld dat hij verdient naar Polen brengt en bovendien ook nog een pensioen kan ontvangen.
    Ik zie niet dat onze werklozen naar Polen kunnen gaan voor werk, daar de arbeidsplaatsen innemen, de sociale zekerheid plunderen en het geld kunnen overbrengen naar België
    DIT NOEMT MEN DAN SOCIALE RECHTVAARDIGHEID.
    Het wordt hoog tijd dat de politiek dit eens grondig onderzoekt, niet alleen voor Polen maar voor alle Oostbloklanden of vinden zij het maar normaal dat deze met het geld lopen gaan, niets of bijna niets bijdragen en men dan maar de Belg het gelach laat betalen.
    Dat zij er maar eens aan denken hoeveel arbeidsplaatsen men aan jongeren kan bezorgen als men paal en perk stelt aan de massale toeloop van deze Poolse en andere vreemde arbeidskrachten die niets aan onze economie toevoegen.

Leave a Reply to Paul Cancel reply

Your email will not be published. Name and Email fields are required.