Kan de doodstraf rechtvaardig zijn?

Exact twee weken geleden vermoordde een 20-jarige jongeman in Sint-Gillis bij Dendermonde twee peuters en een begeleidster en verwondde hij twaalf anderen, voornamelijk peuters. In de nasleep van deze verschrikkelijke gebeurtenissen werden op alle mogelijke internetfora en in lezersbrieven heftig gediscussieerd over een passende straf voor de dader. Voor iedereen staat het vast dat de dader de meest verschrikkelijke feiten gepleegd heeft die men kan plegen: de moord op onschuldige, weerloze wezens zonder enige directe aanleiding. Voor velen bestaat hiervoor maar één gepaste straf: de doodstraf. Tegenstanders van de doodstraf lieten zich echter ook horen op het publieke forum, zonder dat ze de wreedheid van deze daden ontkenden.

De gebeurtenissen roepen bij iedereen zeer sterke emoties op die zich bij velen vertalen in een verlangen om de doodstraf terug in te voeren. Het is volgens mij niet juist om de roep om de doodstraf af te doen als een dwaze, emotionele reflex van ‘het volk’. Integendeel, dat deze emoties zo sterk zijn, is een sterk signaal dat we de kwestie zeer belangrijk vinden. Dat is opmerkelijk, omdat de meesten geen directe band hebben met de slachtoffers. De bekommernis om het lijden van anderen, de empathie, is de basis van onze moraliteit en in die zin moeten deze sterke emoties ernstig genomen worden.

Maar na de erkenning van het belang van deze emoties (en dus van de ernst van de misdaad), moet over de zaak rationeel nagedacht worden. De sterke emotie op zich betekent immers niet dat de gevraagde actie – de invoering van de doodstraf – goed te keuren is. Emoties zijn evolutionair geëvolueerd en het evolutiemechanisme is blind voor goed en kwaad. Het enige wat telt is of het werkt: draagt een bepaald emotie bij tot de kans dat de genen in de geldende omstandigheid worden gereproduceerd of niet? Emoties zijn dus door een neutraal mechanisme geselecteerd, waardoor bepaalde (instinctieve) acties die volgen uit emoties goed of slecht kunnen zijn. Ja, als we rationeel nadenken over de emotionele liefde van de ouders voor hun kind, dan bestempelen we dit als goed. Als we rationeel nadenken over xenofobie, eveneens een geselecteerde emotie, dan bestempelen we dit als fout.

De kernvraag is: kan iemand de doodstraf verdienen, bijvoorbeeld iemand die een onschuldige bewust vermoordt? En zo ja, voeren we de doodstraf dan ook uit? Nog dit: wat de dader van de steekpartij in Dendermonde betreft, is het nog niet duidelijk of hij toerekeningsvatbaar is en dit specifieke geval wordt dan ook buiten beschouwing gelaten.

Op het eerste gezicht lijkt de vraag of de doodstraf een passende straf is een vraag over rechtvaardigheid te zijn. Dat blijkt echter maar zelden uit de argumenten van de voor- en tegenstanders. Zo bijvoorbeeld is een veel gehoord argument van de voorstanders dat deze straf als afschrikking dient voor andere potentiële moordenaars. Ook wordt vaak het argument aangehaald dat het goedkoper is voor de maatschappij. Beide argumenten worden door de tegenstanders bestreden: er zou nog niet afdoende bewezen zijn dat de doodstraf het aantal zware misdrijven vermindert en de kost om een mens ter dood te brengen is hoog, toch als we het risico op onschuldige slachtoffers willen uitsluiten of tenminste minimaliseren. Dit soort argumenten handelen over het nut van de straf en moeten dan ook in dit domein beslecht worden, namelijk op basis van empirische data.

Een echte discussie over de rechtvaardigheid van de doodstraf gaat echter over de vraag of iemand, los van alle praktische bezwaren, het verdient om te sterven voor zijn daden. Dus stel dat we 100 procent zeker weten dat iemand bewust en zonder enige aanleiding een ander mens vermoord heeft die volledig onschuldig was, verdient deze moordenaar dan de doodstraf? Of anders: verdient deze moordenaar het nog om te leven?

Bij een moord op een onschuldige beslist een persoon op eigen houtje dat een ander persoon niet meer mag leven. De moordenaar beëindigt het leven van een vader/moeder, zoon/dochter, echtgenoot/echtgenote, collega, vriend,… En die persoon komt nooit meer terug. Hoe kan deze moordenaar dan zelf nog aanspraak maken op zijn recht om te leven? Hij die van een ander vond dat die geen recht meer had op het leven. Dat is de echte onrechtvaardigheid: elke mens is gelijkwaardig en de schending van dit principe wordt niet aanvaard. De moordenaar ontzegt iemand onterecht het recht om te leven en daardoor kan deze persoon zelf geen aanspraak meer maken op dat recht. Alle connotaties van ‘middeleeuws’, ‘barbaars’, ‘oog-om-oog’ en andere ten spijt, lijkt me dit logisch. En daarom is het ook niet correct om de roep naar de doodstraf te willen afdoen als een dwaze, emotionele reactie van “de man in de straat”. Integendeel, er is een goede rationele grond voor.

Stel dat men bovenstaande paragraaf aanvaardt, dan is het nog niet uitgeklaard of we de doodstraf ook effectief mogen uitvoeren. Er zijn immers tal van praktische bezwaren. Misschien wel de meest belangrijke is de feilbaarheid van het systeem: 100 procent zekerheid over de dader is een utopie. DNA-materiaal kan vervalst worden, het onderzoek kan vooringenomen zijn,… waardoor er een onschuldige door de overheid vermoord kan worden en dat is eveneens onaanvaardbaar. En stel dat later duidelijk wordt dat het niet de juiste dader was, dan kan er geen rehabilitatie meer zijn: dood is dood. Een tweede praktische bezwaar is waar we de grens trekken. Wat als het slachtoffer niet 100 procent onschuldig is (door bijvoorbeeld uitlokking)? Wat als iemand niet vermoord is, maar in een jarenlange coma terecht komt waar hij volgens specialisten onmogelijk uit geraakt? Of stel dat iemand niet vermoord maar moedwillig besmet wordt met een dodelijk virus en daardoor nog 5-10-20-30-50 jaar te leven heeft? Enfin, er zijn tientallen grensgevallen te bedenken die de discussie erg moeilijk en technisch maken. Toch is dit tweede bezwaar van secundair belang omdat op het democratische forum een keuze kan gemaakt worden, die echter steeds deels arbitrair zal zijn.

Op basis van deze praktische bezwaren is een pleidooi voor het effectief toepassen van de doodstraf volgens mij moeilijk houdbaar, ook al is de doodstraf op zich rechtvaardig. Een second best oplossing is logischerwijze levenslange opsluiting. In België is levenslang effectief mogelijk en wordt deze straf dus niet, zoals velen denken, automatisch omgezet in 30 jaar. Een tot levenslang veroordeelde kan in België echter wel in aanmerking komen voor de voorwaardelijke invrijheidstelling. Enkel Estland en Nederland zouden een levenslange gevangenisstraf kennen zonder de mogelijkheid van voorwaardelijke invrijheidstelling, waarbij er wel een procedure van gratieverlening bestaat, die echter zelden gebruikt wordt. Volgens mij zou hetzelfde mogelijk moeten zijn in België: de rechter moet levenslang kunnen geven als strafmaat, zonder een automatische omzetting naar 30 jaar en zonder de mogelijkheid tot voorwaardelijke invrijheidstelling.

Deze tekst verscheen eerst als column bij Liberales.

2 thoughts on “Kan de doodstraf rechtvaardig zijn?

  1. Permalink  ⋅ Reply

    Guust

    July 19, 2016 at 8:27pm

    Ik reageer eigenlijk voornamelijk op uw vraag op twitter of er een principieel bezwaar is tegen de doodstraf, volgens u is die er namelijk niet maar ik denk mogelijk van wel.
    Volgens mij is voor het vrijwaren van het principe dat doden verwerpelijk is, een zo strikt mogelijk toepassing nodig van dit principe. Hoe meer uitzonderingen, hoe meer het principe ondergraven wordt en moeilijker af te dwingen. Volgens mij is dan de enige gerechtvaardigde uitzondering een levensbedreigende situatie.

    Volgens mij kun je mijn redenering best vergelijken met een redenering die bij het principe van vrije meningsuiting ook wordt gemaakt. Hierbij zorgt elke inperking van de vrije meningsuiting dat het principe meer in de verdrukking kan worden gebracht waardoor er dus heel voorzichtig moet worden omgesprongen met uitzonderingen.

    Natuurlijk is mijn argument enkel valabel als het principe effectief wordt ondergraven door uitzonderingen. Ik kan deze stelling niet hardmaken en weet dus ook niet of ze juist is. Indien er argumenten zijn die de stelling kunnen weerleggen of bevestigen…

    (Ik ben trouwens een leek op filosofisch en ethisch vlak dus de terminologie in deze gebieden is mij vreemd.) (Ik vroeg me trouwens ook af waar de lijn ligt tussen een principieel en een praktisch bezwaar. Is een principieel bezwaar niet enkel geldig als er een “praktisch” effect is en dus feitelijk een praktisch bezwaar? #dtv)

  2. Permalink  ⋅ Reply

    Koenfucius

    July 20, 2016 at 3:45am

    Aangezien de discussie weer opveert, even een reactie op het kernpunt van je betoog.

    Je stelt dat iemand die een ander persoon het recht op leven ontzegt, door deze handeling zelf het recht op leven opgeeft. Dat is op zich een consistent en plausibel standpunt, waarin het bijbelse ‘oog om een oog, tand voor een tand’ weerklinkt.

    Maar dan zou je deze logica ook moeten doorzetten naar andere schendingen van het recht. Als je bewust iemand anders besteelt, dan geef je het recht op eigendom op, en wordt al je bezit aangeslagen. Als je bewust iemand slagen en verwondingen toebrengt, dan verlies je het recht op fysieke integriteit, en word je getrakteerd op lijfstraffen. Enzovoort.

    Ongeacht de praktische problemen (bv. is het verlies van het geschonden recht permanent en volledig, zoals het dat zou zijn bij de doodstraf?) rijst de vraag of het adopteren van “schend recht X, en verlies het meteen’ rechtspraak goed zou passen binnen een liberale democratie.

    En als dat niet het geval is voor de meest onbeduidende rechten, waarom dan wel voor het recht op leven?

Leave a Reply

Your email will not be published. Name and Email fields are required.