De liberale democratie en het recht van de sterkste

Over de superioriteit van de liberale democratie is de laatste drie weken al heel wat inkt gevloeid. Mijn positie in dit debat wordt mooi samengevat door het essay dat Joël De Ceulaer vorig weekend in de Morgen schreef (“Hoofddoek en minirok: kies zélf wat superieur is”).

De basis van de superioriteit ligt volgens mij in het feit dat een liberale democratie zo min mogelijk keuzes maakt voor anderen, omdat er in een liberale democratie erkend wordt dat niemand voor anderen kan beslissen wat het goede leven is. De superioriteit is dus geworteld in bescheidenheid. Dat probeerde ik uit te leggen in mijn column voor De Tijd.

Fernand Keuleneer, een kritisch analyst van aanvaarde ideeën, stelde op Twitter het volgende:

Uiteraard vindt een liberaal de liberale democratie superieur. En dan?

— Fernand Keuleneer (@FKeuleneer) May 6, 2017

 

Hij vervolgde met te stellen dat een liberaal geen beter systeem kent dan een liberale democratie. Maar een illiberaal wel. En “een franquist verkiest een franquistisch systeem. Een corporatist een salazariaans.”.

Dat zijn stellingen die moeilijk fout kunnen zijn. Ik heb daar twee bedenkingen bij die ik hierna tracht uiteen te zetten.

Ten eerste zou je op basis van de stellingen van Keuleneer kunnen denken dat enkel liberalen de liberale democratie superieur vinden en dat alle niet-liberalen de liberale democratie niet superieur vinden (voor de duidelijkheid: dat schrijft Keuleneer niet). Maar dat zou fout zijn: ook vele, zoniet alle, christendemocraten, socialisten, ecologisten en vlaamsnationalisten vinden de liberale democratie superieur aan / beter dan alle andere mogelijke samenlevingsvormen tot nu denkbaar. Dat was ook één van de punten die ik wou maken in mijn inleiding van de derde Popperlezing die Liberales organiseerde in 2009 en waar toenmalig Eerste Minister Herman Van Rompuy, als zelfverklaarde Popperiaan, gastspreker was: je hoeft geen liberaal in politieke zin te zijn om een liberaal in filosofische zin te zijn en de open, liberale democratie te steunen.

Het recht van de sterkste

Belangrijker is echter mijn tweede bedenking. De vraag is niet zozeer of er mensen bestaan die de liberale democratie niet superieur vinden. Uiteraard is dat zo. De vraag is of ze gelijk hebben.

Het antwoord ligt eigenlijk vervat in de tweets van Keuleneer zelf. Hij geeft in die tweets aan dat er veel opvattingen kunnen zijn over hoe een maatschappij er moet uitzien. En die opvattingen zullen, doordat ze zo verschillend kunnen zijn, onvermijdelijk met elkaar in conflict treden. Met andere woorden, als het samenlevingsmodel van de radicale christen opgelegd wordt, kan de radicale moslim of de atheïst zijn model niet meer volgen, of toch veel beperkter. Het zal betekenen dat bepaalde levensvormen sterk onderdrukt moeten worden. Diegene met de macht zal dan bepalen wat er gebeurt. Het recht van de sterkste wordt dan de maat der dingen.

Als het recht van de sterkste als bepalend principe niet aanvaard wordt, dan is het volgens mij onmogelijk dat alle verschillende levensopvattingen zoveel mogelijk kunnen beleefd worden, behalve in een liberale democratie (als er nog realistische modellen zijn waarin dat kan, dan hoor ik dat graag).

Ik gaf ook nog de volgende analogie mee om de onrechtvaardigheid en onwerkbaarheid aan te duiden als je de liberale democratie zou verwerpen: als burger kan je stellen dat iedereen die in dezelfde situatie zit als jij belastingen moet betalen, behalve jijzelf. Het is duidelijk dat als iedereen dit verdedigt, er geen belastingen zullen betaald worden en de overheid geen geld krijgt voor haar kerntaken. Het is bijgevolg een onhoudbare stelling. De enige die deze stelling wel consistent kan verdedigen, is de burger die pleit voor geen enkele vorm van overheid, zodat er ook geen belastingen nodig zijn. Zo is het ook als mensen ervoor pleiten dat niemand volgens zijn samenlevingsmodel mag leven, behalve jijzelf. Het is duidelijk dat als iedereen dit verdedigt dit tot grote conflicten leidt. De enige die dat kan verdedigen is zij die pleiten voor de liberale democratie, omdat net de liberale democratie geen bepaalde levensopvatting naar voren schuift, maar net zegt dat iedereen zoveel mogelijk mag kiezen.

Het liberalisme is in die zin geen inhoudelijke ideologie, maar, zoals Patrick Stouthuysen het beschrijft, een meta-ideologie; een set van afspraken die moeten toelaten dat alle mensen zoveel mogelijk kunnen leven volgens hun eigen levensopvatting en inzichten. Dat is wat fascistische (zoals het franquisme) en radicaal-religieuze ideologieën expliciet niet doen: het implementeren van die ideologieën in de samenleving sluit uit dat andere levensopvattingen kunnen beleefd worden. Dat is rationeel niet verdedigbaar, tenzij je het recht van de sterkste zou aanvaarden.

—————————–

Meer lezen: ik heb in het verleden nog geschreven over de liberale democratie. Hieronder een lijst (alle teksten zijn vrij toegankelijk op mijn blog).

Algemeen

In relatie met de hoofddoek:

In verband met de boerkini:

2 thoughts on “De liberale democratie en het recht van de sterkste

  1. Permalink  ⋅ Reply

    Michel Feron

    May 14, 2017 at 1:03am

    Beste Andreas,

    3 weken geleden (25 april) vroeg je je na het lezen van een artikel in de Guardian terecht af waarom de onmenselijke omstandigheden en het kindermisbruik in de vluchtelingenkampen in Europa geen voorpagina nieuws waren, en vroeg je je af waarom dit niet torenhoog op de politieke agenda staat. Die verontwaardiging siert je en ik deel ze van harte.

    Sindsdien zijn de voorpagina’s helaas vooral gevuld geweest met het debat over de superioriteit van onze Westerse samenleving, een debat dat Gwendolyn Rutten om electorale redenen op gang getrokken heeft na tegenvallende polls voor Open VLD. Is dit superioriteits debat dan zo belangrijk/dringend dat je er de laatste weken verschillende columns en een vastgemaakt tweet voor over hebt ? Waar blijft dan het debat over het kindermisbruik in de Europese vluchtelingenkampen ?

    Mvg,

    Michel Feron

  2. Permalink  ⋅ Reply

    Pertubator

    June 21, 2017 at 4:48pm

    De denkfout zit hem meestal in het feit dat “liberaal” en “Liberaal” niet hetzelfde betekenen (en in de Verenigde Staten is het nog verwarrender). Een CD&Ver is geen liberaal, maar wel een Liberaal. Een Reactionair, echter, is noch liberaal noch Liberaal.

Leave a Reply

Your email will not be published. Name and Email fields are required.